Voor kunstbeschouwing is het belangrijk dat je abstract kunt denken. Het helpt je een kunstwerk beter te begrijpen en te duiden. Abstract denken, is dat je onderscheid kunt maken tussen hoofd en bijzaak, feit of fictie, thema en verhaal, noodzaak en toeval, observatie of interpretatie. oorzaak en gevolg. In een schilderij, foto of tekening is meestal een onderwerp zoals een portret, stilleven, landschap centraal als hoofdzaak afgebeeld. Daarom heen zie je bijzaken afgebeeld zoals mensen, gebouwen, dieren, bomen. Dan heb je thema, dat is het onderwerp en het verhaal. Wat zegt het werk? Wat heeft de maker ermee bedoelt? Wat zegt de kunstenaar? Zijn de werken sociaal geëngageerd? Of is het observatie of interpretatie? Is er onderscheid tussen feit en fictie, noodzaak en toeval, oorzaak en gevolg? Vanaf nu kijkt u anders naar kunst. Met kunstbeschouwing krijgt u een uniek kijkje in het artstieke proces van de kunstenaar.